De vooroorlogse tijd, gezin van herkomst

Ronald Waterman is de jongste van vier uit een fantastisch gezin. Zijn vader Hein Israël Waterman was professor in Delft van 1919 tot 1959 en zeer gezien. Zijn moeder Maria Jacoba Prins vertegenwoordigt een creatieve kant. Zij was erudiet, speelde piano en was bevoegd lerares Engels. ‘Een zionistisch milieu.’

Vader Waterman was niet religieus, wel Joods bewust, hij was wetenschapper… en zionist, wat volgens Waterman staat voor: ‘het streven naar een publiekrechtelijk gewaarborgde woonplaats voor de Joden in het historische land Israël’.

Herinneringen aan de oorlogsjaren

Ronald is vijf jaar oud als de oorlog begint. Hij krijgt iets mee van de slag om Ypenburg in mei 1940. Hij roept als 5-jarige in de vroege ochtend tegen zijn moeder: “Laat ze ophouden met dat getimmer…” Het was echter geen getimmer, het was oorlogsgeweld: vanaf het afweergeschut op de Gist en Spiritusfabriek. Er zijn daar veel Duitse vliegtuigen neerschoten.

Op 2 mei 1942 werd de Jodenster verplicht. Deze moest zelf gekocht en betaald worden! De ster isoleerde Waterman als kind van de andere kinderen. Hij mocht niet meer naar school. Direct na de bezetting kreeg de familie inkwartiering van een Wehrmachtsoldaat, geen slecht mens – en later van een SS-officier, een nare man. Beseften zij dat ze bij een Joods gezin woonden? Waterman: toen nog niet.

Verder herinnert hij zich NSB’ers die hun tafelzilver meenamen. Moeder zei nog: “Wonderlijk dat u bij wildvreemden het tafelzilver moet meenemen. Eigenlijk bewonder ik u er om…. dat u dat kunt.” Ze trokken zich er niets van aan. De nazi’s werkten met lijsten die vrijstelden van transport. Die bescherming was schijn, valse hoop.

Af en toe platzte zo’n lijst en werden mensen alsnog weggevoerd. Vader Waterman zorgde dat de familie op de Barneveld- en Palestinalijst stonden. Hun rugzakken stonden altijd klaar. Vaders uitstekende Duits en contacten met Duitse collega wetenschappers hielpen: dan werden ze voorlopig weer van de transportlijst gehaald.

Politie

De Nederlandse politie werkte meestal volop mee aan het uit huis halen van Joodse Nederlanders. Eenmaal kwam zo’n politieagent bij de familie Waterman langs, om te zeggen dat hij verheugd was dat zij weer terug waren in hun huis in Delft. Vader kon zich toen nog niet voorstellen tot welke barbarij de Duitsers in staat waren. Moeder wel, zij achtte hen tot het ergste in staat.

Waterman vertelt in het interview over de vernederende ervaring om opgepakt te worden en als misdadigers naar het politiebureau gebracht te worden, begeleidt door politie. En aldaar overgedragen aan de Grὕne Polizei en met een overvalwagen naar station Holland Spoor in Den Haag. De eerste keer wist vader Waterman zo te praten dat ze weer uit de trein terug mochten naar huis, maar een paar weken later werden ze alsnog naar Barneveld gebracht.

Barneveld

Van 31 maart tot 29 september 1943 verbleef de familie Waterman in kasteel Schaffelaar in Barneveld, samen met musici, hoogleraren, leraren en industriëlen. Vader en moeder Waterman waren zeer bezorgd en ze verloren al hun bezittingen, maar voor zoon Ronald was het een oase: voor het eerst was hij omringd door kinderen die ook een ster droegen. Ofschoon hij er roodvonk en een dubbele middenoorontsteking opliep, was hij er happy met vriendjes en vriendinnetjes en interessante mensen. De bioloog dr. E.A.M. Speijer had een bijzondere invloed op hem. Hij benoemde Ronald tot één van zijn assistenten, om insecten te vangen. Al de kevers en wespen, muggen en vlinders zijn het kamp uit gesmokkeld. Een en ander is vastgelegd in de belangrijke publicatie: “Entomologie in de Nazi-kampen“. De collectie van 23.000 insecten is er nu nog: in museum Naturalis. Op 28 september zei moeder: “Ronald ik denk dat ik morgen voor je verjaardag een ei naar binnen kan smokkelen.” Maar de volgende dag omsingelde de SS de Schaffelaar. Ze gingen naar Westerbork, en dát ei heeft hij nooit gehad.

Westerbork

Westerbork was zeer onaangenaam. Zijn ouders werden bij aankomst afgesnauwd, gevisiteerd. Elke dinsdag kwam de veewagentrein. Als de trein wegreed ebde de spanning weg om in de loop van de dagen weer toe te nemen tot de volgende dinsdag. Week in, week uit, voor hen bijna een jaar lang. Ook in dit kamp is Ronald erg ziek geweest, zowel hij als zijn vader en moeder hebben in de ziekenbarak gelegen. De Joodse arts was een bijzonder mens, die later is omgebracht.

Theresienstadt

De familie Waterman ging 4 september 1944 op transport naar Theresienstadt, in wat nu Tsjechië is. Twee dagen en twee nachten in een vergrendelde veewagen met ca. 75 mensen en een ton voor de behoeften.

Zijn herinnering aan de aankomst daar is levendig. Met geschreeuw en klappen uit de wagons in de Hamburger kazerne. Zowel de blik van een prachtige sterren hemel op de binnenplaats, als zijn hoge nood om te plassen, terwijl hij geen toilet kon vinden. Schrijnend! Daar in Theresienstadt waren ze samen met Walter Sὕskind, de held van de Hollandsche Schouwburg. Sὕskind ontsnapte twee keer met zijn hele gezin aan transport naar Auschwitz. Een derde keer lukte hem dat niet. Vader en moeder en Ronald Waterman waren de enige getuigen van zijn ontsnappingen.

De kinderen Waterman verrichtten dwangarbeid. Twee broers kregen vlektyfus, omdat ze vieze kleren moesten ontluizen met Zyklon B gas. Toen het Rode Leger naderde wilden de nazi’s sporen uitwissen. De as van de in het kamp gestorvenen zat in kartonnen doosjes met namen en nummers. De kinderen moesten elkaar die dozen overgooien, richting een zijrivier van de Elbe, en daar de as in het water kieperen. Verderop stond een jongen die zei: ”Ik heb hier mijn grootmoeder in een doos.” De lege dozen werden op een hoop gegooid en in brand gestoken.

Op een dag kwam een transport uit Auschwitz aan. Twee uitgemergelde mensen in streeppak kropen naar Ronald Waterman toe. Hij zette zijn kom waterige soep voor hen neer. Om er als eerste bij te zijn, sloeg de één de ander dood. En daarna stierf hij zelf. Ronald liet de kom staan. Door deze ervaring zag hij waartoe mensen in staat zijn.

Ronald zag ook snippers van de brandende archieven door de lucht vliegen, die vernietigd werden toen het Rode Leger naderde. Ronald raapte een snipper op en werd door een SS’er beschoten. De kogel ketste in het zand. Het half verbrande document liet hij vallen en hij rende zigzaggend weg.

Van het transport overleefden 804 van de 2081 gevangenen, onder wie het gezin Waterman. Vader Hein had een gelukkige hand gehad van lijsten kiezen. Het was als kruipen door een muizengaatje. Van de 19.000 naar Theresienstadt gestuurde kinderen overleefden er uiteindelijk zo’n 100.

Na de oorlog

Het ouderlijk huis in Delft bleek inmiddels bewoond door andere mensen. Daar konden ze niet meer in, dus gingen ze naar gastgezinnen.

Hoe kan men verder leven na zulke ervaringen? “Als je dit overleefd hebt kun je later heel goed relativeren en zeggen: er zijn toch veel ergere dingen. Je kon er enorme kracht uit putten… Zelf putte ik enorme kracht uit onze bevrijding van het kwaad”.

Ronald stroomde in 1947 in op hbs-b niveau en deed vijf jaar later eindexamen met de hoogste cijfers. De energie die bij hem was opgewekt door de bevrijding uit de verschrikking, stak hij in zijn studie en loopbaan. Maar de schaduw van de oorlog was lang. Als jongvolwassene kreeg hij een zware depressie. Zijn studie en van betekenis zijn voor de wereld heeft hem geholpen dit te boven te komen.

“Elke schaduw is uiteindelijk kind van het licht. Degene die oorlog en vrede, tegenspoed en voorspoed heeft ervaren, slechts die heeft waarlijk geleefd.”

Zijn oudste broer stierf aan de gevolgen van de tbc die hij opliep in het kamp. Hij is behandeld met isonicotinezuurhydrazine. Die doodde wel de tbc-bacil, maar bezorgde hem nierkanker. Daaraan overleed hij in 1975.

Ronald Waterman heeft in zijn leven nooit over zijn oorlogservaringen gesproken. Hij heeft tot 2016 zijn Jood-zijn verzwegen om antisemitisme te voorkomen. Hij was 33 jaar Statenlid en wilde niet dat men hierdoor op een andere manier naar hem zou kijken. Hij had als Statenlid veel invloed en werd uitgeroepen tot beste Statenlid van Nederland.

Waterman legde zich toe op de wetenschap, vooral op het gebied van landaanwinning, kustlijnontwikkeling en de verdediging van land tegen water – op een nieuwe manier, in harmonie met de natuur, gekoppeld aan duurzame integrale, multifunctionele kust- en deltaontwikkeling.

Met zijn enorme staat van dienst was hij werkzaam in vele landen en is hij nog steeds betrokken als adviseur. Eenmaal Statenlid af ging hij spreken over zijn oorlogsjaren en zijn Joodse identiteit, want ‘nu kan het geen kwaad meer’. Vanaf zijn eerste spreken in 2016 volgden meer interviews.

De Joodse identiteit

De zionistische-humanistische wortels bleef Waterman trouw. Hij is wetenschapper, maar tegelijk zegt hij: “Er is iets bijzonders aan de hand in de natuur, in de kosmos. Met Spinoza spreek ik van de Altijd Zijnde. Dat zit ook in de Hebreeuwse Godsnaam JWHW: Hij die was, Hij die is, Hij die zal zijn, de eeuwige, het eeuwige.”

Waterman ziet dit eeuwig zijnde niet als een persoonlijke God. Een rabbijn zei: ‘God kan niet tegelijkertijd almachtig en liefdevol zijn’. Waterman laat het verder met rust. Het ontstaan van de staat Israël is de bevestiging van het zionistisch ideaal. Het Joodse volk ziet hij als thermometer voor de staat van de wereld. Als het met hen slecht gaat, gaat het slecht met de wereld.

Herinneringsstenen in Delft

Het is bijzonder en uniek dat het hele gezin Waterman de oorlog heeft overleefd: vader en moeder en vier kinderen. Daardoor is er voor Ronald Waterman niet iemand die er speciaal uitspringt bij het leggen van de herinneringssteentjes in Delft. Hij herinnert zich een student die voor de wegvoering een poosje inwoonde bij hen: Salomon Ricardo. Een zeer innemende jongeman die in 1944 in Auschwitz om het leven kwam.

Ieder mens is belangrijk, het is een waardig monument: een herinneringssteentje, een struikelsteen voor iedere Jood die niet terug kwam uit de oorlog ook in Delft.

Boodschap voor mensen van nu

Ronald Waterman heeft een prachtige uitgebalanceerde boodschap voor ons:

  • “Goede plannen wortelen in het verleden en wijzen naar de toekomst. Daarom vertel ik mijn verhaal nu”
  • Verifieerbare kennis is ontzettend belangrijk. Ook uit het verleden.
  • Mensen zijn ontzettend belangrijk!
  • Streef naar het goede! Onder alle omstandigheden.

Voor de politiek in algemene zin:

  • Vrijheid is het hoogste goed, maar wel vrijheid in verantwoordelijkheid voor zichzelf, de ander en voor de omgeving, inclusief het milieu, de natuur en het landschap.
  • Democratie is de minst slechte regeringsvorm en daarom de beste, maar wel een vertegenwoordigende democratie met periodieke aflegging van verantwoordelijkheid en met inachtneming van de trias politica: gescheiden wetgevende macht, rechterlijke macht en uitvoerende macht.
  • Sociale rechtvaardigheid een ieder die niet in staat in eigen primaire levensbehoeften te voorzien verdient steun van de staat.
  • Respect, tolerantie, ruimte en begrip voor de ander, binnen stelsel van normen en waarden.
  • Streven naar de vergroting van de zelfstandige kracht van mensen o.a. door goed onderwijs.
  • Het ontwikkelen en invoeren van methoden die tegelijkertijd de economie versterken en het milieu verbeteren als grote uitdaging van de 21e eeuw. 

Interview met Dr. Ir. Ronald E. Waterman MSc. voor de stichting Herinneringsstenen Delft (mede gebruik gemaakt van interview uit ND van 3 december 2016) door mw. Co Rodenburg-de Ronde

Ronald E. Waterman’s leven staat in het teken van antwoorden vinden op de vraag hoe – onder het creëren van meerwaarde – vele bestaande en komende problemen in groot-stedelijke concentraties op het gebied van ruimte, economie en milieu in onderlinge samenhang tot een gewogen oplossing kunnen worden gebracht.

Als deskundige op chemisch-, milieu- en civieltechnisch gebied (TUD, MIT, Illinois Institute of Technology) was en is hij betrokken bij projecten in ruim 50 landen om regeringen en internationale instellingen te adviseren op het gebied van integraal kust- en deltabeleid, waarbij land in water en water in land worden geïntegreerd.

Lees verder