Delft in de Tweede Wereldoorlog

In de nacht van 10 mei 1940 viel Duitsland Nederland binnen. De hele nacht klonken er luide knallen van de bommen en je kon vliegtuigen horen overvliegen. Het was een angstige nacht. Delft werd ook meteen die nacht getroffen. Vliegveld Ypenburg werd om 04.00 uur ’s ochtends gebombardeerd.

De vader van Irene Jeidels, Kurt was al in 1920 vanuit Darmstadt in Duitsland naar Delft verhuisd. In Duitsland ging het economisch slecht na de Eerste Wereldoorlog. Bovendien werd het in Duitsland door toenemend antisemitisme onveilig voor Joden. Na de Kristallnacht vluchten ook Kurts jongere broer Norbert Jeidels en Kurts moeder Jenny Jeidels-Stamm vanuit Darmstadt naar Delft. Jenny gaat inwonen bij haar zus Lina Feldmann-Stamm in Delft.

Lina woont met haar echtgenoot, professor Clarence Feldmann sinds 1905 in een ‘professorenhuis’ aan de Rotterdamscheweg in Delft.

In de dagen na het binnenvallen van de Duitsers hebben veel Joodse mensen geprobeerd om Nederland te ontvluchten. Helaas is dat maar enkele mensen gelukt. Koningin Wilhelmina kon Nederland nog op tijd ontvluchten. Op 13 mei vertrok ze met tegenzin naar Engeland. Op 14 mei werd Rotterdam gebombardeerd. In een kwartier tijd was de hele historische binnenstad van Rotterdam vernietigd. Er kwamen die dag zo’n 800 mensen om.

Het Nederlandse leger kon de druk al snel niet meer aan en gaf zich over op 15 mei 1940.