Vrijdag 5 maart 1943 is een inktzwarte dag uit de geschiedenis van Delft. Op deze dag vond er in Delft een razzia plaats.
De politie haalde de nog overgebleven Delftse Joden uit hun huizen en bracht hen naar het politiebureau aan de Oude Delft. Ze begonnen ‘s middags om vier uur en waren bezig tot twee uur ‘s nachts. Ook de Joodse patiënten van het Sint Jorisgasthuis ontkwamen er niet aan en werden opgehaald en naar het politiebureau gebracht.
Gedekte tafels met hierop opgeschepte borden eten bleven achter in de verlaten huizen. Kinderen pasten niet in de auto’s waarmee hun ouders weggevoerd werden en vertrokken met elkaar lopend naar de Oude Delft om weer bij hun ouders te zijn.
De volgende ochtend werd de gehele groep van ongeveer 40 mensen met vrachtwagens van de Grüne Polizei naar het station Hollands Spoor in Den Haag gebracht. Van daaruit vertrok de trein naar Westerbork.
Hun laatste rit ging naar het oosten, naar het vernietigingskamp Sobibor waar de Delftse Joden om het leven zijn gebracht.